<
  • info@malukutravel.com

Zeilen langs de Molukken

Zeilen langs de Molukken

Zeilen langs Molukken

door Thijs Heslenfeld

Een zeiltrip langs de afgelegen Molukken brengt je naar een Indonesië dat maar weinig mensen kennen. Een ware ontdekkingsreis langs afgelegen eilandjes, met dolfijnen aan stuurboord en walvissen aan bakboord.

Goedemorgen Thijs, wil je al koffie?’ Ik strek me eens goed, wrijf mijn ogen uit en kijk om mij heen. Ik lig op het dek van een mooie houten schoener, we varen op de Bandazee, de zon gaat bijna op, het is aangenaam koel en in de verte zie ik een tropisch eilandje aan de horizon verschijnen. Het belooft weer een prachtige dag te worden.

Onze reis begon een dag of 5 geleden in Timika, op Papoea (voorheen Irian Jaya). Het kostte me twee volle dagen om er te komen. Maar vanaf het moment dat ik aan boord van de schoener Katharina stapte, was die vermoeiende start direct vergeten. De Katharina puft rustig over de spiegelgladde zee; de gasten onthaasten hier heel snel. We hebben 12 dagen om Flores te bereiken en doen het rustig aan; de grootste stukken varen we ’s nachts op de motor.

 

Foto: Thijs Heslenfeld

 

Dorpsbewoners

Na een dag en een nacht varen krijgen we het eerste eiland in zicht: Aru. We wandelen er door dorpjes waar de tijd honderd jaar stil lijkt te hebben gestaan. Een eenvoudig leven zonder plastic, 3G of elektriciteit. Onze komst betekent hier een mega-attractie, want toeristen zien ze hier vrijwel nooit. Kinderen zwermen om ons heen. De openingszin is telkens dezelfde: ’Hey mister, my name is’. Maar dan stokt het; die naam kómt helemaal niet. Het Engelse onderwijs is voor verbetering vatbaar, zullen we maar zeggen.

De dorpsbewoners laten graag zien hoe hun leven eruitziet. Een menu van sagopalm en vis; rijst is een luxe die slechts weinigen zich kunnen permitteren.

Ergens aan de rand van het dorp doet een vrouw de was; in hurkzit bij een klein stroompje. Haar dochtertje van hooguit 2 zit er tevreden naast, spettert een beetje met het water, leunt wat tegen haar moeder. Ik zit er 10 minuten bij en geniet van de zeldzame rust en vredigheid van dit tafereel. Niemand heeft haast, niemand moet iets, het gaat allemaal zoals het gaat en dat voelt fantastisch. Tijd heeft hier eigenlijk nauwelijks betekenis.

 

Foto: Thijs Heslenfeld

 

Wereldnieuws

En dat blijkt besmettelijk. Want ook aan boord van de Katharina beginnen de gasten hun belangstelling voor de tijd te verliezen. De eerste dag tel ik nog 6 mensen met een horloge, de tweede dag nog 3 en daarna nog maar 1. Welke dag is het ook alweer, hoe lang zijn we al onderweg?

De meesten zijn het helemaal kwijt. Onze mobieltjes doen het bijna nooit meer, 3G al helemaal niet. Het wereldnieuws gaat volledig aan ons voorbij. Slechts een enkeling houdt serieus bij waar we ons precies bevinden; de meesten nemen het allemaal gewoon zoals het komt.

Deze reis door een afgelegen 8uithoek van Indonesië trekt een 8divers gezelschap. We hebben een Australische smid (met grote cowboyhoed) aan boord, een Zwitserse diplomate en een Amerikaanse reisschrijfster. En natuurlijk ook een vrouw van in de vijftig die naarstig op zoek is naar de zin van het leven.

Elke dag zit ze een uur in lotushouding op het bovendek, en ze leest boeken over het Tibetaanse boeddhisme en de kracht van zen. Maar als er een koektrommel op tafel komt, is ze er als de kippen bij. En als er een bootje wordt uitgezet om ons naar het zoveelste Robinson Crusoë-eilandje te transporteren, staat ze steevast vooraan…

 

Foto: Thijs Heslenfeld

 

Geschenk uit het hart

Hoe dan ook, dit zijn behoorlijk bereisde mensen, die goed kunnen inschatten wat je wel en niet kunt verwachten aan boord van dit schip. Want hoewel het prijzige reisjes zijn, is de luxe beperkt. Het bier op? Dan drinken we whisky. Geen tonic meer? Dan maken we gin-sprite in plaats van gin-tonic. De aangekondigde route moet door de omstandigheden ook al gauw verlegd worden; niemand maalt erom. Dit is een afgelegen gebied en we zitten op een schip, dat valt niet allemaal even goed te plannen.

Zelfs de kakkerlakken die we met enige regelmaat tegenkomen, zijn voor de meesten niet echt een probleem. En als de Canadese Carol haar verjaardag viert, krijgt ze van de bemanning een mooi stuk houtsnijwerk cadeau, verpakt in een met olie besmeurd stuk papier, dichtgeplakt met tape. Het lijkt verdacht veel op een pakket cocaïne uit Zuid-Amerika, maar het is een geschenk uit het hart.

Die bemanning is een vrolijk samenraapsel vanuit de gehele archipel. Stuurlieden van Java, een kapitein uit Sulawesi en een gids van Flores. Ze hebben het goed samen, en er is gelukkig ook veel contact met de gasten. Als de mannen zin hebben, pakken ze gitaren en tamboerijn en wordt er aan dek vrolijk muziek gemaakt. Zachtaardige jongens die zich in eerste instantie stilletjes afzijdig houden, maar gaandeweg ook wat meer op de voorgrond durven treden. Als het even kan, nemen ze met de gasten een duik in het kraakheldere water. We springen vanaf het dek, en dan vanaf de boegspriet, of nog hoger, op het bovendek. En natuurlijk is er ook een waaghals aan boord die even laat zien dat je vanuit de zaling boven in de grote mast óók in het water kunt springen.

 

Foto: Thijs Heslenfeld

 

Verlaten strand

Elke dag heeft zijn eigen hoogtepunt. De ene keer is dat een barbecue op een verlaten strand, een dag later cirkelen er vier potvissen rond het schip. We snorkelen op schitterende, afgelegen koraalriffen; het voelt alsof er nog nooit eerder 8iemand snorkelde. Op volle zee hebben we regelmatig een troep buitelende dolfijnen voor de boeg.

Als je hier op een houten zeilschip ronddobbert, is het niet moeilijk je een voorstelling te maken van hoe het er in de VOC-tijd allemaal uitzag. Toen was dit gebied de enige plek op de wereld waar nootmuskaat groeide; dat trok handelaren uit de hele wereld aan. En nog steeds heeft de trip een Nederlands tintje, want de Nederlander Dick Bergsma raakte in de jaren 80 in de ban van deze klassieke zeilschepen. Hij liet de Katharina speciaal bouwen voor reizen als deze en vernoemde hem naar zijn vrouw Karin. De Katharina en de iets grotere Ombak Putih varen nu elk jaar een enorme variatie aan routes door het eilandenrijk, soms langs afgelegen eilandjes, maar er is bijvoorbeeld ook een populaire route tussen Bali en Flores.

De spaarzame dorpjes die we aandoen, hebben allemaal een 8eigen karakter, en een eigen bevolking. Moslims en christenen wonen vaak slechts enkele kilometers van elkaar verwijderd. Mensen leven hier één met de natuur, en 8accepteren hun lot zonder zich ertegen te verzetten. We ontmoeten zeezigeuners die zich op een hete, kale vlakte hebben gevestigd nadat een tsunami al hun bezittingen vernietigde. Op Damar priemt een enorme, rokende vulkaan boven het groene eiland uit. De zwavellucht is onmiskenbaar, het voelt alsof dit ding elk moment uit elkaar kan knallen. Maar in de dorpjes aan de voet van de berg kabbelt het leven rustig verder.

Tanimbar Archipel

Op een schip als de Katharina lijkt alles vanzelf te gaan. Drie keer per dag heerlijke maaltijden, onze was ligt elke dag opnieuw keurig gestreken op een stapeltje klaar. Als we na een paar uur wandelen of een bezoek aan een dorpje heet en stoffig aan boord komen, zitten we opeens weer in die luxewereld, waarin alles voor ons geregeld wordt. Alstublieft: een verkwikkend vochtig doekje. Wilt u een glas vers geperst vruchtensap?

De dagen en nachten rijgen zich aaneen. Slapen doen de meesten van ons in de airconditioned hutten, maar zelf vind ik het veel prettiger op het dek. In een deckchair met een dun dekbedje of een slaapzak, het Zuiderkruis en talloze vallende sterren boven het hoofd. Soms word ik gewekt door het kletsende geluid van een vliegende vis die per ongeluk op het dek is geland; dan even de slaapzak uit om het mooie beest terug in de zee te schuiven met mijn blote voet. In de hutten is het altijd donker; op het dek word je vanzelf wakker voor zonsopgang en zie je het schip ontwaken.

Hoe ver we hier van de bewoonde wereld zitten, blijkt als op een eilandje bij de Tanimbar Archipel een groep vissers aantreffen. Twintig mannen, vrouwen en kinderen zijn hier gestrand, vijf dagen geleden al. ’Onze motor ging kapot en we dreven af richting Australië’, vertelt één van hen. Gelukkig bracht de wind ze uiteindelijk naar dit verlaten eilandje. Daar hebben ze inmiddels een paar tenten op het strand gebouwd. Een ander schip heeft hen ontdekt en zal de komende weken de benodigde reserveonderdelen proberen te brengen.

De mensen maken zich niet druk; ze duiken naar vis met zelfgemaakte duikbrilletjes van gesneden hout met ronde glaasjes, iedereen is tevreden en wat het meeste opvalt: er is geen spoortje paniek. ’Het komt vast allemaal goed, we hebben te eten en de mensen weten nu dat we hier zitten.’ En wij zijn intussen zo onthaast, dat we het direct geloven. We gaan deze mensen niet ongevraagd redden; we vertrouwen erop dat het goed komt.

bron:telegraaf.nl

admin
admin